Bijna 2 jaar terug werden er twee gemeld bij de Tjalkkade op Tradeport. Op dit bedrijventerrein was een open terrein waar vele rozenbottel-struiken stonden. Deze pestvogels deden zich de hele dag te goed aan de rozenbottels. De pestvogels broeden in de bossen in Scandinavien en komen tijdens hele strenge winters afzakken naar Nederland . Omdat de pestvogels in Scandinavie hun broedgebieden hebben en nooit mensen zien zijn ze heel goed te benaderen. Ik heb dan ook prachtige foto's gemaakt.
De vogelaars hadden nog wat appels op takken gespietst met de hoop dat er nog meer pestvogels zouden landen. Jammer genoeg is dat niet gebeurd. De vogels worden pestvogels genoemd omdat in de middeleeuwen de mensen meenden als de vogels in ons land kwamen ze de pest meebrachten. De Engelsen en Duitsers noemen ze Bohemian waxwing en Seidenschwanz. Hiermee doe je de vogel veel meer eer aan. Als je de vogels goed bekijkt zie je hoe mooi ze zijn. Ze lijken wel geschilderd.
Een ander soort wat hier altijd aanwezig is de Putter. Deze vogel is een broedvogel in het hele land. Ook heet hij distelvink omdat hij vooral op de distels fourageerd. Hij haalt behendig het zaad uit de distel en pelt de schaal eraf voor hij ze opeet. In de winter zie je op ruige terreinen met veel onkruid grote groepen putters zich te goed doen aan de distelzaden.
Dat hij Putter wordt genoemd komt omdat vroeger deze vogel door vogelkwekers in kooien werden gehouden waar ze een vingerhoedje met water op moesten trekken ( putten ) om te drinken. De putter heeft prachtige kleuren en valt direct op. Het mannetje en het vrouwtje zijn evenals de pestvogels gelijk van kleur. Aan het rode masker is het verschil te zien . Bij het vrouwtje loopt het niet door bij de ogen.
Vroeger werden deze vogels door stropers met lijmstokken en netten gevangen voor de handel. Ook werd er mee gekweekt en in volières gehouden. Nu mag je ze alleen in volières houden als ze geringd zijn. De distelvink is een inheemse vogel met een tropische uitstraling